Moedertaal:
“Met name als mensen vervelende boodschappen krijgen, is het fijn als dat in hun ‘moedertaal’ gebeurt. Die berichten worden dan beter opgenomen. Het verbindt mensen op zo’n moment.”
Ruim tien jaar geleden, zo las ik, heeft de IJsselacademie i.s.m. het Deltion College een project ‘Streektaal in de zorg’ gerealiseerd. De foto hierboven laat zien hoe het project ‘Plat proaten 2005’ werd gepromoot. Het project stimuleerde zorgverleners hun streektaal te spreken in het werk met ouderen. De ‘moedertaal’ is de beste aansluiting bij dementerende ouderen. (Helaas heb ik geen resultaten gevonden van dit project)
Identiteit
Taal is een deel van de identiteit. De taal van de familie is de verbinding met de roots. Het gaat om meer dan enkel woorden. Het is de betekenis en inhoud, die aan woorden wordt gegeven. Taal is de verankering van de boodschappen en omgevingsfactoren, van de jonge kinderjaren en familie traditie, die zich onbewust innestelen in ons denken en gevoel. Zo klein als Nederland ook is, iedere regio heeft zijn eigen taal gebruiken en dialecten, waardoor de inwoners in dit land zich van elkaar onderscheiden. Mensen met dezelfde accent of dialect horen dit direct en vinden snel herkenning. Daarbij maakt het geen verschil of je nu uit Groningen, Twente, Limburg, Amsterdam of den Haag komt. Het geldt evenzeer voor mensen uit Suriname, Antillen, Indonesië of Turkje en Marokko of Oost Europa. Afkomst verbindt, ieder mens gaat vanuit de persoonlijke identiteit op zoek naar gelijkgestemden. In arbeidsprocessen is dit niet anders. Medewerkers zoeken naar collega’s waarin men (h)erkenning vindt.
Eigen taal horen en spreken verbindt.
Eigen taal horen en spreken verbindt in Nederland ook de mensen die tot de verschillende groepen migranten behoren. Zoals Nederlanders de Nederlandse taal gebruiken naast het dialect van de streek, zo is het beheersen van de Nederlandse taal ook van wezenlijk belang voor migranten. De Nederlandse taal is ook voor migranten de basis om een baan en werk, te krijgen. De Nederlandse taal is nodig in de omgang met anderen voor de wisselwerking met de omgeving. Voor migranten is de moedertaal de verbinding met de eigen cultuur, zoals dat de streektaal en het dialect voor Nederlanders is.
Bij kinderen van de gastarbeiders uit de jaren 70 en 80, bij de huidige gastarbeiders uit Oost-Europa maar ook bij de (voormalig) vluchtelingen is de eerste vraag aan migranten, die uit het zelfde land van herkomst komen: ‘waar woont je familie?’ Dit is een vraag naar verbinding, herkenning en veiligheid. Een verkenning van de culturele taal , gewoonten en identiteitsvragen. Medewerkers met een migratieverleden die onderling in eigen taal spreken roepen bij anderen vaak weerstand of discussie op. De collega’s voelen zich buiten gesloten en soms onzeker omdat men denkt dat er geheimen worden besproken.
De openingstekst laat zien dat inhoud van een boodschap beter wordt begrepen en beter binnen komt, als het ook op betrekkingsniveau aansluit bij de wereld en taal van de persoon die het betreft. In de Nederlandse taal en cultuur staat de inhoud van de boodschap altijd voorop. Directe taal en heldere boodschappen, daar groeien Nederlanders mee op. De relatie en het betrekkingsniveau in het verhaal komt pas op plaats drie. De eigen taal is de verbinding op betrekkingsniveau, het zegt iets over de relatie en de verbinding die men heeft. Door in de contacten met collega’s en klanten meer aandacht te hebben voor de relatie en de verbinding ( hoe we met elkaar in verbinding staan) wordt de inhoud van het gesprek gemakkelijker geaccepteerd. Het geeft meer begrip en respect, ook al is de inhoud van de boodschap vervelend.
Een workshop volgen over dit onderwerp? Laat het weten via een mail naar: info@symion.nl
Marrie Stoffer, professional in diversiteit