Duurzaamheid is aan de orde van de dag: vis moet duurzaam worden gevangen, hout moet duurzaam worden gekapt en energie moet duurzaam worden opgewekt. En dat alles om er voor te zorgen dat er na onze generatie ook nog wat te leven valt. Maar wat is dan duurzame inzetbaarheid?
Moeten werkgevers, wellicht in directe samenwerking met (inter-)nationale overheden zich er voor inspannen dat werknemers “okselfris” blijven tot aan de dag van hun pensionering? Een dag die overigens steeds verder de toekomst in schuift. En voor wie is die duurzame inzetbaarheid eigenlijk zo belangrijk?
Moet de werker dan ook duurzaam worden gevangen?
Zelf ben ik er geen voorstander van om werkende mensen toe te voegen aan het rijtje “lijdende voorwerpen” vis, hout en energie. Tenminste als dat betekent dat alles rond om een werker in het werk wordt gesteld om hem zo lang en zo gezond mogelijk aan het zelfde werk te houden. Dat gaat immers toch niet lukken.
Hoeveel technische hulpmiddelen er ook worden ingezet, ik zie geen stratenmakers van 50 of 60 jaar in het straatbeeld verschijnen en er zullen vast ook niet veel kleuterjuffen of verplegers tot hun 67 of 70e levensjaar voor de klas of aan het bed staan. En wat te denken van een creatieve IT-architect van 68? Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
Als alle inzet er op gericht zal zijn om werkers, allemaal, met vereende krachten tot aan dezelfde eindstreep te duwen (67, 70 of misschien nog wel later), creëren we, naar mijn mening, een probleem.
Niet iedereen wil of kan immers zolang doorwerken. En al zou het fysiek kunnen, is het maar helemaal de vraag of je die eindstreep wel kan of wil halen in het vak of de functie waarin je ooit begonnen bent.
Duurzaam inzetbaar, betrek de werker
Geen eenheidsworst maar maatwerk en niet voor maar door de werker gedacht. Dat lijkt mij een goede oplossing van de zich aandienende vraagstukken van werk en werkgelegenheid. Waarom zouden we een werker niet serieus nemen en hem van “lijdend” naar “meewerkend ” of zelfs naar “leidend” promoveren en hem (mede-)verantwoordelijk maken voor de eigen professionele toekomst?
Als je als 41 jarige it-architect weet dat het na je 50e levensjaar veelal lastig zal zijn om nog professioneel op te kunnen tegen de creatieve vermogens van jongeren, is het merkwaardig maar ook zorgelijk als je daar geen actie op onderneemt en afwacht wat er ooit voor je in het vat zal zitten. Er is dan vast geen VUT-regeling meer en een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Duurzaam inzetbaar is samenwerken
Moet je dat dan allemaal helemaal alleen doen? Nee natuurlijk niet. Werkgevers en overheden zullen de initiatieven van werkers moeten faciliteren. Niet alleen met goede loopbaan paden, heldere functiebeschrijvingen (bij voorkeur met THT-datum) en bruikbare competentieprofielen, zinvolle beoordelingsmethodieken en stimulerende regelingen voor persoonlijke en professionele ontwikkeling.
Maar ook bruikbare antwoorden op loopbaanvragen van medewerkers of met voorstellen voor interne herplaatsing waarbij de beloning wordt afgestemd op wat de medewerker nog kan of wil leveren.
Word de regisseur van de toekomst.
De regie van de eigen toekomst mag voor mij vooral in handen van de werker zelf komen te liggen. Waar ben ik goed in, wat vind ik leuk om te doen, welke functies zou ik nog willen uitvoeren en (hoe) kan ik daar komen? Maar ook: “tot wanneer denk ik te kunnen en te willen werken”? En is dat dan bij een baas, als zzp-er of als partner in een meer moderne vorm van samenwerking?
Mondigheid als middel voor een goede eigen professionele toekomst. Wie had dat gedacht?
Onze ingebakken neiging tot individualisering komt ons nu echt van pas. Laten we werken aan onze bewustwording dat we zelf veel meer zullen moeten maar ook kunnen sturen aan onze eigen toekomst en hoe lang duurzaam zal zijn. Laten we vertrouwen op onze eigen kracht, hoeveel inzet dat ook mag kosten.
Wiets Lysen, Symionaut