Over de decentralisatie van de drie rijkstaken is al veel geschreven en vergaderd in de diverse gemeentes. De decentralisatie van de Awbz en de jeugdzorg zijn een grote uitdaging voor gemeenten. Er komen nieuwe taken bij, maar de bezuinigingen zijn fors. Meer doen met minder geld.
Maar er zijn ook kansen. Voor het eerst krijgen de gemeentes zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. De decentralisaties maken het gemeenten mogelijk om dwarsverbanden te leggen tussen de Wmo/Awbz, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Dat betekent: inzetten op preventie, ondersteuning bundelen en dit efficiënter aanbieden.
Grote veranderingen voor de taken, de structuur en de inrichting van de sociale diensten
In het licht van deze ontwikkelingen heeft het kabinet besloten om de verschillende taken en verantwoordelijkheden in het maatschappelijk domein te decentraliseren naar de lokale overheid. Die staat dicht bij mensen en kent hun vraagstukken en mogelijkheden daardoor beter. Zij moet in staat zijn om met een integrale benadering het benodigde samenspel tot maatwerk rond huishoudens en hun omgeving te organiseren. Het is aan de lokale overheid om een transparante toegang tot zorg en inkomensvoorzieningen te organiseren én realiseren voor die gevallen waarin mensen daarin niet zelf kunnen voorzien.
Organisatieverandering
De ontwikkelingen in het maatschappelijk domein, met als stevige impuls de drie decentralisaties, vragen om een andere organisatie van de lokale overheid: een overheid die verantwoordelijkheid deelt met burgers en partners, die professionals meer ruimte, bevoegdheden en verantwoordelijkheid geeft en streeft naar meer maatwerk, een integrale benadering en (boven)lokale organisatie. Dat vergt op sommige punten bijvoorbeeld om minder regel- en processturing en juist meer resultaatsturing.
De gevolgen voor de taken, de structuur en de inrichting van de sociale diensten zijn groot, maar in de nota’s en discussies hierover wordt tot nu toe nauwelijks aandacht besteed aan de impact voor het personeel en het functiehuis. Symion wil daar met deze notitie aandacht voor vragen en een aanzet geven tot gedachtenvorming hierover.
Een andere manier van werken
De gevolgen van het bovenstaande voor de inrichting van de organisatie is afhankelijk van het type functiehuis. Voor gemeenten die werken met een generiek functiehuis zullen de gevolgen beperkter zijn dan voor gemeentes die een min of meer traditioneel functiehuis hebben. De “3-D-operatie” heeft namelijk niet alleen gevolgen voor de functiebeschrijvingen (van regel- en processturing naar resultaatsturing), maar ook voor de competenties van de medewerkers. Zij moeten zowel in een andere structuur, alsook in een andere cultuur leren werken.
Ook een resultaat gestuurde omgeving stelt andere eisen aan de medewerkers. Het merendeel van de medewerkers in de sociale diensten is nu nog gewend om ‘afgerekend’ te worden op hun inspanningen, terwijl zij in de nieuwe structuur zullen moeten worden beoordeeld op de bereikte resultaten, waarbij de wijze waarop deze resultaten gerealiseerd worden minder van belang zijn.
Een andere manier van leidinggeven
Leiding geven aan een team, waarvan de medewerkers worden aangestuurd en beoordeeld op hun inspanningen (wat ze doen) stelt andere eisen aan het management dan het leiding geven aan een team, waarvan de medewerkers worden aangestuurd en beoordeeld op hun resultaten (wat ze bereikt hebben).
Dus net als bij de medewerkers, zal er ook kritisch gekeken moeten worden naar taken, resultaatgebieden en competenties van de leidinggevenden.
Hoe verder
Wij hebben in de loop der jaren een schat aan ervaring opgedaan met de begeleiding en implementatie van dergelijke veranderingsprocessen. Niet alleen bij gemeentes, maar ook bij woningcorporaties, not-for-profit instellingen en het bedrijfsleven. Wij zijn gaarne bereid een keer vrijblijvend te sparren over de mogelijkheden die Symion in de realisatie van deze veranderingen kan betekenen.
Jan de Bes, partner van Symion