Statushouders, ook voor u dé werknemer voor 2019

Met 4 tips voor een duurzame relatie

Afgelopen jaar hadden veel bedrijven moeite om de juiste mensen te vinden. Openstaande vacatures bleven lang ongevuld, mede doordat iedereen in dezelfde vijver vist. Heeft jouw bedrijf overwogen om andere groepen aan te boren? Vissen in andere vijvers kan namelijk niet vermoede oplossingen bieden. Te denken aan mensen met niet Nederlandse namen, zoals migranten en statushouders. In de media lezen we te vaak over de problemen die migranten ervaren bij het vinden van stageplaatsen. Mensen met niet Nederlandse namen, ook statushouders, ondervinden te vaak weerstand bij het vinden van een baan met toekomstperspectief. De media besteden te weinig aandacht aan goede en duurzame ervaringen. Besef echter dat migranten en statushouders qua opleiding en ambitie een afspiegeling zijn van de samenleving. Hoog- midden- en laag opgeleid, ambitieus en minder ambitieus, op zoek naar een goed leven en werk in een veilige omgeving. Zoals jij voor je bedrijf goed geschoolde mensen met vakkennis nodig hebt, zo zijn er mensen met een migratie verleden en statushouders op zoek naar een bedrijf waar zij hun vak kunnen uitoefenen. Zij willen niet alleen een inkomen, maar ook daadwerkelijk onderdeel zijn van de Nederlandse samenleving. Wat houdt je, als werkgever, tegen om mensen in dienst te nemen die de Nederlandse taal wat minder goed beheersen, maar die wel de vakinhoudelijke kennis en vaardigheden bezitten. Ook deze vakmensen leveren de gewenste kwaliteit, ook al hebben ze andere gewoonten. De taal wordt regelmatig aangevoerd als excuus voor het weren van deze vakmensen, maar taal is meer dan kennis en gebruik van woorden. Communicatie bestaat maar voor een deel uit woorden, het belangrijkste deel vormen de non-verbale boodschappen die mensen uitwisselen. Denk aan houding en sociale vaardigheden waarmee ook boodschappen worden uitgewisseld. Men spreekt verwachtingen over de manier van werken en over de manier van omgaan met elkaar vaak niet uit. Onder gelijkgestemde collega’s is er een vanzelfsprekendheid ontstaan: ‘zo doen wij dat’. Voor collega’s met andere culturele achtergrond zijn het juist die omgeschreven regels die het lastig maken. Bij ‘zo doen wij dat’ gaat het over de uitvoering van het werk en de manier van omgaan met elkaar, bijvoorbeeld het tonen van respect. Dit soort vanzelfsprekendheden zijn lastig bespreekbaar te maken, omdat we er niet over nadenken. Als werkgever kun je je zorgen maken over wat je kunt verwachten als je iemand met een andere cultuur in dienst neemt. Onnodig vinden wij. Daarom helpt Symion u graag op weg met enkele tips. Tips voor duurzame samenwerking met statushouders:

  1. Belangstelling is goed, maar nieuwsgierigheid kan weerstand oproepen

Collega’s die al lange tijd samenwerken weten veel van elkaar en vaak ook over de privé situatie. Opgegroeid in een zelfde streek van het land, geschoold in een soortgelijke opleiding, ontstaat er een hechte band en een ‘zo doen wij dat’ uitstraling. Wanneer een nieuwe collega een statushouder is ontbreekt die basale informatie. Jij weet niet uit wat voor situatie hij komt en hij heeft vrijwel geen idee hoe het leven in Nederland is. Je kent misschien de verhalen van vluchtelingen van tv of sociale media. Je weet niet of dit ook het verhaal is van deze persoon. Wanneer je van een bepaald onderwerp iets van de statushouder wilt weten is het goed om eerst te vertellen hoe jij er over denkt of wat jou ervaringen zijn. Daarmee geef jij openheid en zal de statushouder je eerder vertrouwen en jouw vragen beantwoorden. Wanneer jij vrij en open spreekt, is de kans groot dat de statushouder dat ook doet. Voorbeeld: Als je wilt weten hoe hij in zijn thuisland woonde is het goed om te vertellen hoe jij woont en met wie. Vrouw, kinderen of bij ouders, enz. Daarna kun je vertellen dat je in een stad of dorp woont in een flat, rijtjeshuis of anders, vul maar in. Vervolgens zal hij ook vertellen over zijn situatie. Omdat je niet weet wat de reden van het vertrek uit land van herkomst is en wat er onderweg allemaal is gebeurd, is het raadzaam om voorzichtig te zijn hiernaar te vragen. Geef iemand de ruimte om al dan niet open te zijn. Angst hindert hen soms informatie te geven. Er zijn landen waar het regime ook invloed heeft op vluchtelingen die in Europese landen wonen. Respecteer de statushouder door niet te veel vragen te stellen en geef hem ruimte, zodat de persoon zelf begint te vertellen. Hoe het verhaal van de statushouder ook is, er is geen goed of fout. Het is zijn/haar beleving en ervaring.

  1. Zorg voor een collegiale, open houding

Een collegiale open houding betekent dat je als collega’s er voor elkaar bent als het goed gaat, maar ook als het minder goed gaat. Je leert elkaar kennen door vertrouwen te geven en te vertellen over je zelf:

  • Waar je geboren bent, stad of platteland
  • Waar je nog meer hebt gewoond
  • Over je school en opleiding
  • Met wie je woont, partner, kinderen enz.
  • Waarom je je werk leuk vindt enz.

Wanneer je als collega’s open bent, zal je nieuwe collega ook meer open zijn en over zichzelf vertellen. Je zult merken dat er veel meer overeenkomsten zijn dan je misschien had verwacht. Ga op verkenning om te weten waar je elkaar in vindt. Vriendschap is niet nodig maar collegialiteit is van meerwaarde voor het team en het bedrijf.

  1. Laat merken dat je moeite doet om de persoon te begrijpen

Wat ook bijdraagt aan openheid en collegialiteit is informatie over het land van herkomst op te zoeken op internet. Bijvoorbeeld over de geschiedenis, natuur en levenswijze. Daarmee laat je merken dat je moeite neemt om hem te begrijpen. Als je vertelt wat je gelezen hebt, kun je de statushouder vragen of hij daar meer over kan vertellen en hoe dat was voor hem en zijn familie. Familie is in niet-westerse culturen erg belangrijk. Ooms en tantes, neven en nichten zijn belangrijker dan in veel Nederlandse families.

  1. Taal in woord en gedrag, creëer juiste verwachtingen

Zoals al eerder gezegd, taal bestaat uit woorden maar zeker ook uit houding en gedrag. Wanneer de woorden en het gedrag niet overeenkomen of niet zijn zoals wij verwachten, ontstaat er verwarring. De indruk is dat de ander het niet weet, of begrijpt. Maar de vraag is of dat juist is. Misschien ligt het voor een deel aan je eigen verwachtingen en die van je collega’s. Hierbij enkele tips over taal en elkaar begrijpen

  • Gebruik korte zinnen.
  • Gebruik eenvoudige woorden.
  • Let op de houding en uitstraling van je nieuwe collega.
  • Maak je er uit op dat hij jou begrijpt en wat er van hem wordt verwacht.
  • Wanneer hij onzeker lijkt, vraag wat hij gaat doen.
  • Wees consequent en probeer onzekerheden te voorkomen.
  • Maak een schrift om de vakwoorden vast te leggen en te leren.
  • Noteer vanaf de eerste dag elke dag 2 á 3 woorden die veel gebruikt worden (afhankelijk van situatie).
  • Neem hierin het voortouw, zorg voor een boekje of schrift.
  • Schrijf duidelijk en vraag de nieuwe collega het woord opnieuw op te schrijven.
  • Laat het hem aanvullen met de betekenis in de eigen taal.
  • Woorden leren vraagt veel herhaling, probeer er dagelijks aandacht aan te besteden.