Jan Boekestijn 2 maart 2017
Logica
De laatste tijd moet ik steeds vaker denken aan het belangrijkste werk van Arnold Cornelis, ‘De logica van het gevoel’. Hierin beschrijft hij, nogal ingewikkeld, zijn opvatting over de ontwikkeling van de samenleving. Volgens Cornelis zijn het drie stabiliteitslagen die elkaar opvolgen: het oudste is het natuurlijk regelsysteem, daarna komt het sociaal regelsysteem en tot slot het systeem van communicatieve zelfsturing. De overgangen van de ene laag naar de andere gaan altijd gepaard met crisis, veroorzaakt door een ‘fataal leerproces’. Dit komt omdat men antwoorden voor vraagstukken probeert te vinden in hetzelfde systeem als waarin het vraagstuk is ontstaan. Op een gegeven moment werken die niet meer en ontstaat er toenemende druk om naar een andere, volgende orde te gaan. Een voorbeeld van een fataal leerproces uit het sociaal regelsysteem is de ‘Wet op de deregulering’. Meer regels maken om regels op te heffen. In organisaties hoor ik vaak het vergelijkbare ‘afspraak is afspraak’. Het eind van het sociaal regelsysteem begon zichtbaar te worden in de jaren ’60. Eind vorige eeuw zagen we dan ook steeds meer voorbeelden van de nieuwe laag van communicatieve zelfsturing. In bedrijven werden autonome taakgroepen gevormd.
Deze tijd
In het onderwijs komen steeds meer individuele leerwegen met extra taken voor de snelle leerling. Ook op gebied van HRM zie je steeds meer individualiseren: het menu waaruit medewerkers zelf een arbeidsvoorwaardenpakket kunnen samenstellen.
Pas in deze eeuw lijkt het echter sneller door te zetten. De zelfstandigheid van mensen groeit enorm. We zien het terug in flexplekken, het nieuwe werken, de toename van ZZP-ers, steeds meer vrije keuzes m.b.t. het invullen van pensioenen, verzekeringen, etc. Ik hoor op steeds meer plekken over zelfsturende teams als organisatievorm. Ik denk dat de complexiteit zodanig is toegenomen, dat managers het niet allemaal meer kunnen bevatten. Ze moeten te veel ballen in de lucht houden. De oude regelsystemen werken niet meer! Uiteindelijk leidt dit tot een nieuwe vorm van samenwerken, die waar medewerkers meer ‘stuurverantwoordelijkheid’ krijgen. Ze worden meer ‘zelfsturend’, waardoor de manager zich met meer strategische, voorwaardenscheppende taken kan bezig houden.
Dit is een geheel natuurlijk proces. Toch loopt het niet overal even soepel en ontstaat de noodzaak alsnog ‘in te grijpen’.
Niet teveel doen
Ik denk dat ingrijpen niet nodig is wanneer je deze beweging op tijd ziet aankomen.
Je kunt dan mensen tijdig toerusten op hun extra taken. Overigens is het niet iedereen gegeven deze ‘stuurtaken’ te ontwikkelen. Het vraagt o.a. een zekere mate van abstractievermogen, een vooruitziende blik, verantwoordelijkheid, resultaatgerichtheid, een initiatiefrijke houding, het vermogen in het grotere kader effectief samen te werken. Dat is niet iedereen gegeven. Het is mijn ervaring dat desondanks heel veel potentie bij medewerkers aanwezig is. Door dit op tijd aan te spreken en individueel te ontwikkelen, creëer je vanzelf de omstandigheden die de organisatie geschikt maken voor zelfsturing, of misschien beter, zelforganisatie. Immers, de manager heeft meer tijd om hoger in de boom te klimmen om te zien wat de goede koers is.
Contact
Wij ‘klimmen af en toe ook in bomen’. We kunnen jou helpen de juiste richting uit te kijken en de koers te helpen vinden. Zullen we dit samen eens onderzoeken? Neem via dit formulier contact met ons op, of kijk op de website.