In alles wat we niet zelf bedenken, schuilt het risico dat we ons ertegen verzetten!
We zijn het altijd eens zijn met wat we zelf bedenken.
Wat maakt dat we over het algemeen kritischer zijn ten opzichte wat anderen bedenken dan dat we dat zijn over onze eigen bedenksels? Wat zorgt ervoor dat we soms makkelijk in verzet komen tegen iets wat anderen hebben bedacht?
Je komt wel eens mensen tegen die het standaard altijd met je oneens lijken te zijn. Die bij alles wat jij inbrengt een reactie hebben die tegen jouw inbreng gekeerd lijkt. Zelfs wanneer je hen, bij wijze van spreken, een compliment geeft; “Zo, dat heb je goed gedaan!”, een reactie geven bijvoorbeeld; “Nou, zo moeilijk was het niet.”
Of mensen die vanuit een soort van ‘concurrentie strijd’ altijd tegen de gedachten van een ander in gaan.
Je komt dat in de politiek dagelijks tegen. Tegen de ‘gekleurde’ mening van de één, komt in reactie altijd een andere ‘kleur’ naar voren. Maar ook in bedrijven en organisaties verzanden discussies niet zelden hierdoor in een soort van ‘win en verlies’ situatie. En menig leidinggevende werkt dit ongemerkt, en ook vast onbedoeld, in de hand door een stijl van leiderschap en communicatie die niet of te weinig aansluit bij zijn omgeving.
Moeten we de oorzaak hiervoor zoeken in vertrouwen of wantrouwen, in waarheden, in bereidheid of in een bepaalde mate van overschatting van ons zelf?
Veranderen
In reorganisaties of verandertrajecten in organisaties komt het niet zelden voor dat weerstand ontstaat tegen uitgewerkte plannen. Plannen die vaak hoger in de organisatie zijn bedacht en opgesteld vanuit een visie op de huidige situatie en op een gewenste situatie. In sterk veranderende markten kan het ook niet anders dan dat er ook intern in organisaties met enige regelmaat veranderingen worden doorgevoerd. Dat is aan iedereen uit te leggen en ik kom het maar weinig tegen dat mensen dit niet willen of kunnen begrijpen.
Hoe komt het dan dat veel veranderingstrajecten stroperig lijken en moeizaam verlopen? De oorzaken hiervoor zijn o.a. te vinden in betrokkenheid, communicatie en commitment.
In een land als Noord Korea bijvoorbeeld is een groot deel van de bevolking zo gedrild dat zij de overtuiging hebben dat alles wat de ‘grote leider’ zegt goed is. Veel leidinggevenden hier zullen dat niet op die manier uitdragen maar velen willen ergens een zelfde status en zo gedragen zij zich onbewust soms ook. Dat zorgt niet zelden voor omstandigheden en situaties waarin mensen ‘op hun hoede’ zijn. Wat door anderen bedacht is voelt dan niet als waardevol, maar wordt veel eerder ervaren als zogeheten ‘dubbele agenda’.
Waarheid
Wat is waarheid en kan het zijn dat hetgeen jezelf bedenkt meer waar is voor jou dan wat een ander bedenkt? Wanneer iemand wat bedenkt wat buiten ons eigen idee van de waarheid valt noemen we dat algauw fantasie. We zijn beperkt in ons denken en iedereen kent daarbij zijn eigen waarheid. Wat in veel organisaties ontbreekt is het creëren van een gezamenlijke waarheid. Er wordt veel vergaderd en overlegd, maar vooral geldt dat in meetings veel niet wordt gezegd. En waar scheidslijnen bestaan tussen verschillende waarheden wordt hetgeen door de één wordt bedacht en gezegd door een ander met enige argwaan beluisterd. Ook wanneer situaties voorkomen waarin het belang van de één groter lijkt dan dat van een ander, ontstaat verzet en weerstand tegen hetgeen wordt bedacht en gezegd door de ander.
Voor leidinggevenden geldt dat openheid en transparantie in visie en bedoelingen een noodzakelijke voorwaarde is voor betrokkenheid en commitment. Dan nog leidt dat niet automatisch tot het voorkomen van verzet wanneer de leidinggevende ontvouwt wat hij heeft bedacht.
Vertrouwen
Het lijkt vanzelfsprekend dat wanneer iemand die je wantrouwt iets bedenkt, je geneigd bent je daartegen eerder te verzetten. En toch is dat niet geheel waar. Het klopt wel dat je in die situatie wat kritischer bent. Het vertrouwen of wantrouwen van diegene die iets bedenkt en zegt is slechts gedeeltelijk bepalend voor de mate van verzet. Het belangrijkste aspect hierin is het zelfvertrouwen. Wanneer mensen geconfronteerd worden met de gedachten van anderen of met veranderingstrajecten in organisaties is de mate van zelfvertrouwen het meest bepalend voor de wijze waarop signalen worden ontvangen. Bij iemand die voldoende zelfvertrouwen heeft en zicht heeft op de gevolgen van veranderingen en zijn eigen rol en inbreng daarin, is de kans dat verzet ontstaat op de bedenksels van een ander aanzienlijk kleiner.